Waarschuwing voor alle lenzendragers!

Lenzendraagster raakt oog kwijt: Die parasiet zit in ons drinkwater

Sigrid Muusse uit Boskoop wil alle lenzendragers waarschuwen: nooit je lenzen afspoelen met kraanwater. Door een parasiet is zij nu haar rechteroog kwijt.

Reinigen, afspoelen onder de kraan en dan in de be­waar­vloei­stof. Zo had ik het geleerd vertelt Sigrid Muusse

,,Dit is zó eng.’’ Sigrid Muusse (52) houdt een glas water omhoog. ,,Die parasiet zit gewoon hier in. Ik heb niet in een vervuilde rivier in Midden-Amerika gezwommen of zo.” En daarom wil ze haar verhaal doen: om mensen te wijzen op de onvoorstelbare risico’s die de combinatie contactlenzen en (kraan)water met zich meebrengt. Dat wat haar is overkomen, iedereen kan overkomen. Dat het geen kwestie is van slechte hygiëne of eigen schuld, hooguit van onwetendheid.

,,Sinds mijn 18de draag ik harde contactlenzen. Mijn ogen worden regelmatig gecontroleerd en ik ben altijd zorgvuldig geweest met schoonmaken. Reinigen, afspoelen onder de kraan en dan in de bewaarvloeistof. Zo had ik het geleerd.”

Zonder lenzen is Sigrid ‘zo kippig als wat’. ,,Bij alles wat ik deed, hield ik mijn lenzen in. Ook bij zwemmen en douchen.” Ze krijgt eens een oogontsteking, maar is er op tijd bij; met wat druppelen is het leed snel geleden.

Pijnlijk

Als Sigrid in juni 2016 last krijgt van haar rechteroog, herkent ze de pijn. ,,Ik dacht: weer een paar weken druppelen en klaar.” Ook als bij een controle blijkt dat het om een hardnekkige parasiet (acanthamoeba) gaat en de oogarts aangeeft dat bestrijding ‘pijnlijk wordt en lang kan duren’, raakt ze niet in paniek. ,,Ik mocht zes tot acht weken geen lenzen dragen. Dat vond ik het vervelendst.’’

’s Nachts werd ze wakker van de pijn. ,,Dan nam ik de eerste dosis pijnstillers en vervolgens elke drie uur. Een kilo of honderd in totaal, schat ik.” Sigrid blijft gewoon werken. Om het ontstoken oog wat rust te geven, draagt ze overdag een ‘piratenlapje’. ,,Mensen vonden dat wel stoer. Soms had ik er zelfs sjans mee.” Maar de heftige druppels (‘middelen waarmee je normaal gesproken een zwembad schoonmaakt’) krijgen geen vat op de parasiet. Een hoornvliestransplantatie lijkt uitkomst te bieden, maar de pijn keert terug. Ook een tweede transplantatie helpt niet. Vlak daarna ‘crasht’ Sigrids rechteroog. ,,Het hield er gewoon mee op, was uitgeput. De arts die eerder nog een derde transplantatie had overwogen, zei: ‘Ik weet gewoon niet wat ik zie’. Mijn oogwit was aan het verdwijnen, in een paar dagen tijd. Ze keek recht op mijn netvlies.”

Er blijft maar één optie over: het oog moet eruit. ,,Zelfs toen ik dat hoorde, bleef ik nog verbazingwekkend laconiek. Ik heb een collega die prima functioneert met één oog, dus dat moest dan maar.” De eerste emoties komen pas als Sigrid, vlak voor kerst, naar de OK wordt gereden en moet wachten tot ze aan de beurt is. ,,Toen realiseerde ik me ineens: daar gaat mijn oog. Van de mooie blauwe kijkers die ik had, houd ik er nog maar één over. Ik had ook medelijden. Dit oog had mij 51 jaar zicht gegeven, had zo gestreden en nu werd het afgedankt.”

Maar de echte dreun komt een paar weken later. ,,Na de operatie en een paar dagen om te herstellen had ik het meteen druk op mijn werk. Weinig tijd dus om bij alles stil te staan. Pas toen het rustiger werd, drong de realiteit in alle hevigheid door: ik ben mijn oog kwijt. Dat was veel heftiger dan ik had verwacht. Het is een verlies, dat me af en toe bespringt en verdrietig maakt.” Want ondanks alle veerkracht en een opgewekt karakter is een oog verliezen niet niks. ,,Kort na de operatie voelde ik iets kriebelen. Zonder na te denken liep ik naar de spiegel, en keek naar waar eerder mijn oog had gezeten. Pure horror: het was leeg, wit, niets. Ik gaf een enorme brul, was helemaal overstuur.”

Paniek

Nog zoiets: de permanente donkere hoek aan de rechterkant van haar blikveld, waardoor ze regelmatig botst tegen mensen die onverwacht van rechts komen. Ook een tijdelijk kunstoog uitzoeken in het ziekenhuis was confronterend: ,,Krijg je een grote doos met blauwe ogen voor je, afschuwelijk.” En water, dat was ineens doodeng: ,,Water is overal. Als ik mijn handen was en afdroog, is die parasiet dan weg? Of zit ie dan op de handdoek? Laatst stond ik af te wassen, toen er wat water in mijn gezicht spetterde. Met een licht gevoel van paniek ben ik het meteen gaan schoonmaken.”

Want nog maar één oog, dat is kwetsbaar. ,,Voor de veiligheid zou ik best een bril willen dragen, maar mijn linkeroog heeft een afwijking aan het hoornvlies. Daarbij werkt alleen een lens. Die maak ik nu extra goed schoon met bruistabletjes en zoutoplossing in pipetjes, zodat de vloeistof altijd schoon is. En uiteraard vermijd ik elk contact met water.”

Naar de prothese, het kunstoog dat Sigrid sinds een paar weken draagt, kijkt ze niet graag. ,,Het is zielloos, doods. De eerste keer bij de ocularist, de kunstoogspecialist, zat ik te janken in de stoel. Haar folder legde ik thuis ondersteboven; ik kon niet tegen al die ogen die me aanstaarden.”

Adertjes

Na de goede kleur blauw te hebben uitgezocht – ‘dat schijnt ingewikkeld te zijn’ – en het beschilderen van het oog met de juiste kleuren blauw en oogwit, inclusief levensechte adertjes, kreeg Sigrid haar nieuwe oog aangemeten. ,,De ocularist en mijn zus, die mee was, vonden het resultaat prachtig. Toen ik in de spiegel keek, vond ik het tegenvallen. Maar dat vond ik lullig voor de ocularist.”

Under construction noemt Sigrid de huidige situatie: ,,De prothese zit nog elke dag anders. Het begint stabieler te worden, maar ik zie nog te veel verschil tussen beide ogen, ook al zegt iedereen dat het er mooi uitziet. Misschien moet er nog wat aan gebeuren. Gelukkig heb ik van een visagiste make-uptips gekregen om de donkere oogholte rechts,zo donker doordat ook het vetweefsel weg is, bij te werken met concealer.”

Boos is ze niet. ,,Het is vette pech dat mij dit is overkomen. Maar ik wil mensen wel waarschuwen. De parasiet die mijn oog velde, komt gewoon voor in ons drink- en zwemwater. Meestal maakt je afweersysteem er korte metten mee, maar ogen zijn kwetsbaar en kunnen zich minder goed wapenen.”

Per jaar loopt één op de 4.000 lenzendragers een ooginfectie op, in een enkel geval gaat het om de waterparasiet acanthamoeba. Alleen bij een kleine beschadiging van het hoornvlies krijgt een bacterie de kans om binnen te dringen. ,,De meeste mensen met lenzen weten dat niet. Ongelooflijk eigenlijk.”